Waldemar Torenstra haalt uit naar Yvonne Coldeweijer: 'Het is vies!'

Vorige maand kwam Yvonne Coldeweijer uit met juice rondom Waldemar Torenstra. Aangezien ze zelf getuige was, had ze deze keer haar spionnen niet nodig. De roddelkoningin noemt hem een 'creepy viespeuk'.

Eind maart besloot Yvonne haar verhaal over straatintimidatie in de podcast De Juice Show te doen. "Het gaat om één creep in het bijzonder…”, begon ze. "Die Waldemar Torenstra is echt een viespeuk. Ik ben hem in Amsterdam denk ik wel twee of drie keer tegengekomen. En het viel me op dat hij je heel erg aankijkt als je langsloopt. "Hij komt gewoon helemaal van ver al aanlopen en dan kijkt hij je aan, zo van: ‘Wat een lekker kippetje loopt hier”, vertelde Yvonne. "Vanaf super ver begint hij al te kijken, terwijl je weet als vrouw: ik moet daar nog langslopen. Dat is echt super ongemakkelijk.”

Nu, dik een maand later, reageert Waldemar tijdens een interview voor in de LINDA. op het verhaal van Yv. Volgens de acteur wordt hij vaak verward met Art Rooijakkers. “Haha! Totaal bizar. Omdat we allebei blond zijn en een beetje een vrolijk hoofd hebben, worden we door elkaar gehaald”, zegt hij.

Een tijdje terug was dit echter wel het geval. Er doken foto's op dat hij stond te zoenen met de vriendin van Art. Achteraf bleek het de presentator zelf te zijn en niet Waldemar. “De mán was niet jij, maar Art. Die nam contact met je op om zich te excuseren voor het gedoe, maar jij vond het zo grappig dat je voorstelde het juist te bevestigen", zegt de interviewer. Door het nieuws te bevestigen wilde hij de roddelkanalen misleiden. “Alles in mij jeukte om dit totaal uit te melken. Inclusief schuldbekentenis, en Sophie die huilend zou verklaren hoe erg het wel niet is dat ik met de vriendin van Art stond te tongen.”

De acteur is van mening dat roddelkanalen gewoon vies zijn. “Ik heb zelf weinig met social media, maar dat juice channels zo geaccepteerd zijn geraakt dat bijna niemand er meer tegen opstaat… Dertig jaar geleden was roddelen toch gewoon viés? Ongelooflijk dat dat zo’n belangrijk onderdeel van ons leven is geworden.”