Caroline van der Plas woest om kritiek op Meilandjes: ‘Mag ik nog ademen?’

Caroline van der Plas is absoluut woest over de kritiek op de eerste aflevering van Chateau Meiland VIPS, waarin zij te gast was. “Dan denk ik echt: o my god, weet je wel.”

Martien Meiland en de rest van familie Meiland liggen onder vuur om hun nieuwe show 'Chateau Meiland VIPS', waarin ze elke week een ander BN'er-duo interviewen. Caroline van der Plas en John de Bever zaten maandagavond in de eerste aflevering en het hele stelletje heeft ongelofelijk veel kritiek gehad. Het is inhoudsloos en een herhaling van zetten, vinden critici.

Vooral Mediajournalist Mark Koster spaart Caroline niet. "De politica is realityster geworden. Het Kamerwerk lijkt bijzaak". Alex Mazereeuw, de recensent van de Volkskrant, is eveneens kritisch. “Iets meer distantie tussen formeren en pottenbakken met de Meilandjes lijkt me ook weer niet heel veel gevraagd.”

In een reactie voor de camera van Telegraaf-verslaggever Pim Sedee verdedigt Caroline zich fel: "Ja, jeetje miena, mag ik nog ademen? Mensen, mag ik nog ademen? Of mag dat ook niet meer? Ja, weet je, de meeste reacties zijn positief, laat ik dat vooropstellen, maar er zijn echt mensen waarvan ik echt denk: o my god, weet je wel."

De voorvrouw van de BBB vervolgt: “Als ik al, weet ik veel, koffie zet, dan is het: ‘Heb je niets beters te doen?’ Ja, hallo, ik heb ook gewoon een privéleven, hè? Mag ik nog slapen, mag ik nog eten? Ja, misschien ietsje minder. Maar dat is de vraag in Nederland: wat mag ik nog?”

Kan Caroline van der Plas zich niet beter bezighouden met het formatieproces? “Ik zal je vertellen: de opnames van de Meilandjes waren op 7 en 8 januari. Op 9 januari begonnen de formatiegesprekken, dus ik hoop dat ik in mijn vrije tijd nog dingen mag doen. Zo niet, mail mij: [email protected].”

Ze eindigde met een sarcastische noot “Vertel mij, maar even wat ik nog wél mag doen en wat ik niet meer mag doen. Dan zal ik openbaar maken wat de meeste mensen in Nederland vinden. Ja, sorry, ik denk echt van: wat ís dit jongens? Alsjeblieft!”